Eric Rinckhout

De voorbije jaren heeft Stéphanie Leblon een opmerkelijk parcours afgelegd. Met haar huidig werk – dat ik gemakshalve ‘slingers en bloemen’ noem – heeft ze haar vrijheid in de verf gevonden.

Toch wil ik even stilstaan bij haar vorige reeks schilderijen omdat die, meen ik, van belang is om ten volle te begrijpen waarmee Stéphanie Leblon bezig is.

Het gaat om de schilderijen en tekeningen (olieverf en pastel op doek, gouache op papier) die Stéphanie maakte tussen grofweg 2014 en 2017. Daarbij schilderde ze, om het eenvoudig te houden, menselijke lichamen die zich in het water bevinden. Zelden liggen die lichamen stil en bewegingloos: het zijn niet zozeer pogingen om te blijven drijven, het zijn worstelingen met het water, een strijd tegen de zuigende kracht van de diepte.

Die gevechten van het lichaam met het water schilderde Stéphanie Leblon langzamerhand steeds abstracter. Het herkenbare lichaam verdween, de contouren ervan losten op. Maar de beweging blééf. Beweging werd stilaan hét essentiële kenmerk van de schilderijen, gouaches en tekeningen. Beweging, dynamiek en woelend water, gestold in golvende lijnen en woekerende slierten. Het idee van dreiging, ademloosheid, ja van mogelijke verdrinkingsdood bleef ook meespelen.

In de schilderijen die Stéphanie sindsdien maakt, is de sfeer radicaal veranderd. Toch zijn er een aantal elementen die in de ‘slingers en bloemen’-reeks weer aan de oppervlakte komen.

Het werk van Stéphanie Leblon zit nog steeds vol beweging. Voor haar schilderijen vertrekt ze van foto’s die ze zelf maakt. Ze gooit bloemen – al dan niet verwelkt – in de lucht samen met slingers en allerlei soorten verpakking en afval. Zo’n foto – met op- en neerwaartse bewegingen – is voor haar een richtsnoer, een bron van inspiratie. Niets meer. “Ik vertrek van een plan, een concept. Maar ik volg het zelden”, zegt ze daarover. “Het gaat niet om een invuloefening. De verf moet leven.”

Die beweging of althans onze optische beleving van beweging – de illusie van dynamiek – bereikt ze door een spel van scherpte en wazigheid in haar schilderijen. Ze vergroot dat dynamische aspect door haar borsteltrekken en verfstroken verschillende richtingen te laten uitgaan, zodat onze blik geen focus heeft maar integendeel rusteloos heen en weer schuift over het oppervlak van het doek. En niet in de laatste plaats zijn er de arabesken, de golven, de gebroken lijnen alsof we naar stil vuurwerk staan te kijken.

Ik schrijf ‘oppervlak’ van het doek. Maar tegelijk zit er ook nu weer veel diepte in haar schilderijen, onpeilbare diepte. Je vermoedt, ergens diep in de schilderijen, voorwerpen of bloemblaadjes die je nog maar nauwelijks kan onderscheiden. Stéphanie heeft ze eerst geschilderd en dan overschilderd of deels weggeveegd met een doek.

Soms bestaat een schilderij uit veertig lagen verf. Een schilderij is een traag en bijzonder arbeidsintensief proces voor Stéphanie. Soms werkt ze een jaar aan één schilderij. Schilderen is een spel van tonen en verbergen, ontsluieren en overschilderen, scherpte en schemering, creatie en destructie, figuratie en abstractie.

Kleur. Elk schilderij heeft een andere achtergrondkleur. Blauw, groen, oker, grijs. “Elk schilderij heeft zijn persoonlijkheid”, zegt Stéphanie daarover. En tegen die achtergrond laat ze kleuren intens opgloeien, kleuren die hier en daar de vorm van bloemen aannemen.

De esthetiek. Die zat ook al in de waterschilderijen. Maar nu gaat het om een soort etherische esthetiek. Alsof de bloemen, de slingers en de andere voorwerpen door de dynamiek efemeer worden. Alsof wat Stéphanie Leblon schildert niet aangeraakt kan worden, terwijl haar werk net zeer tactiel – zinnelijk – geschilderd is.

Haar bloemen lijken geschilderd te zijn op zijde. Haar jongste schilderijen hebben iets oosters – ik ben niet de eerste die dat opmerkt – en rustgevends, hoe paradoxaal dat laatste ook mag klinken met zoveel beweging in het werk.

Alles is in beweging. Maar het gaat om een vrolijke, opwekkende dynamiek. Het is een vitale, levenslustige schoonheid die haar vroeger werk ontbeerde. “Ik heb geen zin om mijn eigen worstelingen te schilderen. Ik wil mijn eigen ego overstijgen. Kunst mag ook gewoon mooi zijn.” Aldus Stéphanie. Toch is de kunst van Stéphanie Leblon niet vrijblijvend. “Er zijn weinig dingen mooier dan afval. Maar het is tegelijk verschrikkelijk.”

Met haar jongste schilderijen heeft Stéphanie Leblon mentale vrijheid verovert. Schilderen is een feest. Al zit je, na een feest, soms met een kater en met een hoop afval.